Jacqueline runt een boerenbedrijf op een bovenbeenprothese Ze was 27 jaar, net getrouwd en niets stond Jacqueline in de weg om een ‘en ze leefden nog lang en gelukkig’ leven te leiden. Tot die ene bewuste dag ruim 20 jaar geleden, dezelfde dag waarop ook lady Di omkwam. ‘Ik werkte als operator bij een fritesfabriek en had net wat spullen in een goederenlift gezet. De lift leek het niet te doen en zoals je vroeger wel eens een tik op de televisie gaf als die stoorde, zo gaf ik nu een onwillekeurig schopje tegen de lift, waarop deze plots met een vaart naar beneden schoot en bleef hangen. Op mijn bovenbeen.’ Sinds 2007 runt Jacqueline samen met haar man, als vierde generatie op rij, het akkerbouwbedrijf van haar ouders in Mookhoek. Op ruim 55 hectaren verbouwen ze aardappelen, bieten, mais, tarwe en bloemenranden. Zonder haar hand er voor om te draaien hangt Jacqueline de ploeg achter de tractor en stuurt hem soepel het land op. ‘Er zijn wel eens tijden geweest dat dat niet zo van een leien dakje ging hoor’, grapt Jacqueline. En dan doelt ze op de periode vlak na haar ongeluk. ‘In het Sint Clara Ziekenhuis, waar ik na mijn ongeluk in eerste instantie terecht kwam, hebben ze nog een week geprobeerd om mijn been te redden. Maar het Dijkzicht, waar ik naar over werd gebracht, heeft hem er uiteindelijk tot boven mijn knie afgehaald.’
Het is wat het is Een lange periode van revalideren breekt aan voor Jacqueline, waarin ze alles opnieuw moet leren. Na 9 maanden krijgt ze haar eerste prothese aangemeten en neemt ze ook geleidelijk het akkerbouwbedrijf van haar ouders over. In 2004 wordt hun eerste zoon geboren. Haar leven is druk en fijn en als paar jaar later hun tweede zoon geboren wordt, is het gezin compleet. Jacqueline vertelt haar verhaal alsof ze ‘even een pak melk bij de plaatselijke melkboer is gaan halen’. Hoe kan zij zo nuchter zijn over zo’n ingrijpende gebeurtenis? En hoe is het mogelijk dat het missen van een been haar totaal niet lijkt te beperken tijdens haar zware fysieke werk? ‘Dit is me door een dom ongeluk overkomen, waardoor een nieuwe werkelijkheid ontstond. Maar ik ben verder niet ziek hoor’, lacht Jacqueline. ‘Mijn prothese is mijn hulpmiddel om te gaan, staan en vooral te doen wat ik wil. Ik heb er gewoon niet zoveel last van.’ Maar de hele dag zwaar fysiek werk doen, dan loop je toch wel ergens tegen je beperkingen op? ‘Dat zou je inderdaad denken, maar er is echt bijna niets aangepast op de boerderij. Ja, nu je het zegt, de bediening van de tractoren. Soms wil ik met mijn hoofd ook wel eens sneller lopen dan mijn prothesebeen toelaat. Of sta ik zo vastgezogen in de klei dat ik mijn prothese met de hand moet meetrekken, anders blijft mijn been in het land staan, terwijl ik zelf al verder ben. Van die dingen.’
LOTUS slachtoffer Naast haar drukke bestaan op de boerderij is Jacqueline ook gediplomeerd LOTUS slachtoffer. LOTUS staat voor Landelijke Opleiding tot Uitbeelden van Slachtoffers. ‘Gemiddeld twee dagen per week speel ik allerlei slachtoffers voor oefeningen voor BHV en EHBO opleidingen, maar ook voor de brandweer en grootschalige ziekenhuisoefeningen. Ik kan mijn eigen wonden grimeren, net echt!’ En komt haar geamputeerde been dan ook wel eens goed van pas? ‘Wat dacht je! Je moet je bedenken dat het er tijdens een oefening heel serieus aan toegaat, inclusief stress en alles wat er bij een traumatische situatie komt kijken. Dus toen ik een keer als LOTUS ‘klem’ onder een autobrug lag, kreeg de hulpverlener zowat een hartverzakking van mijn halve been met een levensecht gegrimeerde wond. En ambulance-verpleegkundigen zijn over het algemeen toch wel wat gewend, zou je denken!’
Gouden tip In het leven van Jacqueline is het dus never a dull moment. Heeft ze tot slot nog een gouden tip voor het dagelijks leven met een prothese? ‘Stap altijd met je goede been uit bed, anders val je om!’ En daar valt geen speld tussen te krijgen… Meer weten over prothesen? Klik op onderstaande link Lees verder